“De urgentie is er nu”: hoe zetten we klimaatadaptatie op de kaart?

donderdag 20 januari 2022

Het afgelopen jaar voerden Iris Bögels en Daniëlle Schenk gesprekken over klimaatadaptatie met heel veel medewerkers van de provincie Noord-Brabant. Hun doel? Samen zoeken naar mogelijkheden om het onderwerp overal op de agenda te zetten en in het beleid op te nemen. Tegelijkertijd creëren ze hiermee bewustwording over de gevolgen van klimaatverandering binnen de organisatie. Want niet alleen het programma Water & Bodem heeft te maken met klimaatverandering, ook de teams van bijvoorbeeld Infrastructuur, Landbouw en Cultuur & Erfgoed doen er goed aan toekomstbestendig te werken. “Hoe bereiden we ons voor op de klimaatverandering die nu al gaande is?”.

Iris Bogels en Danielle Schenk
Foto: Iris Bögels en Daniëlle Schenk (fotograaf: Erik van der Burgt)

Energie losmaken

“Er gingen heel wat koppen koffie doorheen,” vertellen Bögels en Schenk. Ze hebben veel mensen gesproken op zoek naar dé enthousiasteling die een verschil kan maken binnen het team van elk programma. Want zodra mensen het belang van klimaatadaptatie zien en het willen opnemen in het dagelijks werk, dan wordt het vanzelfsprekend om rekening te houden met hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen. Aanjagers, worden Bögels en Schenk genoemd. Zelf zeggen ze dat ze “energie losmaken in de organisatie”. De twee vrouwen zijn consultants bij BRAM: ze zijn in dienst bij respectievelijk de gemeente Bergen op Zoom en de provincie Noord-Brabant, maar werken flexibel aan maatschappelijke vraagstukken binnen Brabantse overheden. Op die manier krijgen ze inzicht in het werk van veel verschillende teams in Brabant en kunnen ze grote thema’s breed onder de aandacht brengen.

Veel netwerken

Bögels en Schenk kregen de opdracht om te zorgen dat elk programma binnen de provincie zich gaat voorbereiden op klimaatverandering. “Het wordt heter, droger maar ook natter en de zeespiegel stijgt,” vertelt Bögels. “Dat zien we op ons afkomen, maar dat is niet alleen iets waar het programma Water & Bodem iets mee moet doen. Want ook de mensen van Infrastructuur krijgen te maken met water op de weg en bermbranden. Bij het programma Landbouw zien ze ondergelopen akkers en droogte. Daarom moeten we het onderwerp klimaatadaptatie veel verder de organisatie in brengen.”

Schenk vult aan: “In de praktijk betekent dat heel veel netwerken. Van alle 22 programma’s willen we meerdere mensen en teams gesproken hebben. Elke keer als we met iemand praten, kijken we wat er moet gebeuren. Staat het al op de agenda? Staat het misschien al ergens in een beleidsstuk? Is er een instrument dat kan worden ingezet? Of is er al een project gestart waarin klimaatadaptatie een onderwerp is?” Gelukkig spreken ze ook mensen die aangeven dat ze er al mee bezig zijn, dat er budget voor gereserveerd is en dat collega’s zich hier al in verdiepen. “Dat is natuurlijk perfect,” aldus Schenk.

Aanjaagrol

Toch komt het veel vaker voor dat het onderwerp nog niet op de agenda’s en in de programma’s staat. Naast de koppen koffie, geven de vrouwen daarom ook presentaties om uit te leggen wat klimaatadaptatie is en welke effecten van klimaatverandering we kunnen verwachten. Ook denken ze mee over welke mensen bij het programma kunnen worden betrokken die gespecialiseerd zijn in het onderwerp. Of ze helpen om het in een beleidsstuk te benoemen. “We hebben echt een aanjaagrol, dus we nemen het werk niet over, maar we zetten wel alles in om te helpen die energie los te krijgen.” En dat betekent heel veel praten en kennismaken. Bögels gaat verder: “Je wilt eigenlijk nét degene vinden die een sleutelpositie in een team heeft. Iemand die de boodschap verder kan verspreiden en samen wil optrekken. Dat is soms best even zoeken.”

“We zijn nog lang niet klaar”

Eind 2021 werd de opdracht van Bögels en Schenk afgerond. Maar, zo zeggen ze zelf, ze zijn eigenlijk nog lang niet klaar. “Aanjagen en laten weten wat klimaatadaptatie is, of het in een beleidsstuk zetten is één ding. Maar er vervolgens echt mee aan de slag gaan is een volgende stap.” Bij het provinciale programma Infrastructuur zijn ze betrokken geweest bij de risicodialogen, als onderdeel van de klimaatstresstest. Aandachtspunten zijn daar bijvoorbeeld wateroverlast op wegen, maar ook bruggen die niet meer open kunnen als de bewegende delen uitzetten door hitte. De vragen in zo’n dialoog zijn volgens Schenk: “Wat is nou echt erg? Waar moeten we mee aan de slag? Een laagje water op de weg is misschien wel acceptabel, maar zodra de ambulance niet meer naar het ziekenhuis kan omdat de weg onder water staat, dan hebben we echt een probleem. Zulke gesprekken zijn moeilijk en kosten veel tijd.”

“Infrastructuur is de ruggengraat van onze samenleving, als dat instort hebben we echt een probleem,” vertelt Bögels. “Bij dat programma hebben we echt stappen kunnen zetten. Zo starten ze daar elk project op met een ambitie-websessie. Ze benoemen altijd tien thema’s waar ze op moeten letten, bijvoorbeeld op het gebied van ecologie en bereikbaarheid. Daar stond klimaatadaptatie nog niet bij. Wij hebben ervoor gezorgd dat klimaatadaptatie is opgenomen in deze sessie. Dat zijn precies het soort dingen die we willen met onze aanjaagrol.”

“Wat kunnen we nú doen?”

Voor klimaatadaptatie zijn niet altijd standaard oplossingen. “We kunnen geen lijstje aanbieden bij elk team waaruit ze kunnen kiezen. Maar wat we wel hebben gedaan is goed luisteren. Bij elk gesprek vragen we wat er nodig is, dan gaan wij kijken hoe we kunnen helpen.” Waar ze in het begin nog veel energie staken in het benaderen van mensen om klimaatadaptatie onder de aandacht te brengen, weten collega’s Bögels en Schenk inmiddels zelf te vinden en vragen ze om advies. “We proberen het heel praktisch te maken”, vertelt Schenk. “We zeggen niet: hoe gaan we voorkomen dat het natter wordt? Nee, het wórdt nu natter, we hebben al ervaren dat de Maas overstroomt. Hoe gaan we daarmee om? De urgentie is er nu. Wat kunnen we nú doen?”

Nu Bögels en Schenk hun opdracht hebben afgerond, kunnen medewerkers van gemeentes en de provincie Noord-Brabant met vragen over klimaatadaptatie terecht bij het team Klimaatadaptatie.

« Terug

Sluiten