Onderzoek naar droogte op hoge zandgronden afgerond

woensdag 24 november 2021

Het rapport Droogte in zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland is verschenen. Daarin presenteren provincies, waterschappen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en adviesbureaus de resultaten van een groot driejarig onderzoek naar de droogte in 2018 en 2019. Hoe ernstig was de droogte, wat waren de gevolgen, hadden maatregelen effect en hoe kunnen overheden beter omgaan met droogte? Dit rapport is de laatste fase van het onderzoek.

Droogte De Plateaux

Schade aan landbouw en natuur

Uit het onderzoek blijkt dat de droogte het hele watersysteem beïnvloedde: de bodem werd droger, de grondwaterstand daalde en in beken stond minder water. Soms vielen beken droog. Tegelijkertijd was er vanuit de landbouw en de drinkwaterbedrijven meer behoefte aan water dan normaal. Schade was er aan de land- en tuinbouw en aan de natuur. Natuurbeheerders gaven aan dat de droogte matige tot grote schade aan de natuur heeft veroorzaakt, vooral aan beken, vennen en bronnen. Fijnspar en struikheide hadden het ook heel zwaar.

Structurele aanpassing nodig van watersysteem

Volgens het onderzoek kan het huidige zoetwaterbeheer de negatieve effecten van droogte niet beperken. Het heeft wel effect om bijvoorbeeld de onttrekking van grondwater te beperken. Maar alle tijdelijke maatregelen in het waterbeheer zijn niet genoeg. In plaats daarvan zouden we het watersysteem, het waterbeheer en watergebruik structureel moeten aanpassen. Daarvoor is het ook belangrijk dat provincies, waterschappen en landeigenaren nauw met elkaar samenwerken. Voorbeelden van structurele maatregelen die droogteschade verminderen zijn:

  • De grondwaterstand verhogen door meer water op te vangen en het langer vast te houden. Je moet hiervoor maatregelen nemen in het hele watersysteem.
  • Minder water onttrekken in gebieden die gevoelig zijn voor droogteschade. Deze maatregel heeft gevolgen voor de landbouw, de industrie en drinkwaterbedrijven.   

Meer kennis nodig

Het rapport stelt dat er op dit moment nog te weinig gegevens zijn over het watersysteem. Ook is er te weinig informatie over de verhouding tussen de vraag naar en de beschikbaarheid van water. Om het water op een goede manier te kunnen verdelen, zijn er meer gegevens nodig uit de landbouw. Ook is er meer kennis nodig over hoeveel water er in de bodem zit en hoeveel water beken afvoeren. Wel zijn er al initiatieven om deze kennis te vergroten, onder andere dankzij de Wet Basisregistratie Ondergrond (BRO).    

Aanbevelingen

Door klimaatverandering neemt de druk op het watersysteem toe en moet het waterbeheer adaptief worden. Enkele aanbevelingen en ideeën die de onderzoekers in het rapport presenteren: 

  • Het zou voor het waterbeheer goed zijn om gegevens over watergebruik en informatie over de toestand van het watersysteem bij elkaar te brengen en overzichtelijk te maken.
  • Als de grondwaterstand in een gebied omhoog gaat, kan dat gevolgen hebben voor de landbouw. Je zult dan niet meer elk gewas kunnen verbouwen.
  • Het is verstandig om grote aanpassingen in het waterbeheer te combineren met andere grote opgaven, bijvoorbeeld op het gebied van meststoffen, CO2-uitstoot, energie en de landbouw.
  • Het is belangrijk dat het Rijk, de provincies, de waterschappen en landeigenaren nauw gaan samenwerken. Met als uitgangspunt dat het bodem- en het watersysteem met elkaar samenhangen. Hierbij moet voor elke partij duidelijk zijn welke verantwoordelijkheid hij heeft. Het zou dan ook goed zijn als een instantie de samenwerking organiseert en het overzicht over de verantwoordelijkheden houdt.

Meer informatie

« Terug

Sluiten