Natuur

Effecten

Klimaatverandering heeft impact op de natuur; niet alleen in de natuurgebieden maar ook in cultuurlandschappen en steden. Grotere natuurextremen in droogte, natte condities en temperatuur leiden tot veranderingen van klimaatzones en soorten met een vergroot risico op uitsterven. Hoewel er al veel bekend is over klimaatverandering en de interactie met de natuur zijn er nog veel onzekerheden over de respons van het complexe geheel van natuur. Het bollenschema van de NAS geeft een overzicht van hoe klimaatverandering de natuur kan beïnvloeden. Dit schema laat bovendien de integraliteit van het klimaatadaptatie vraagstuk zien; klimaateffecten beïnvloeden immers vaak meerdere sectoren. De Brabantse natuur wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan natuur, met bijvoorbeeld beekdalen, heide en uitgebreide stuifzandgebieden. In het kort zijn mogelijke klimaateffecten voor natuurgebieden in Brabant:

  • Verandering ecosystemen en soorten
    Temperatuurstijging brengt diverse bedreigingen mee voor de huidige natuur. Ten eerste kunnen soorten (lokaal) uitsterven door de verschuiving van klimaatzones. Bij gebrek aan voldoende verbonden natuurgebieden lopen soorten letterlijk dood. Hiernaast kunnen de warmere zomers en zachtere winters invloed hebben op de migratiepatronen van trekkende diersoorten en een verschuiving naar warmte minnende aquatische soorten in het oppervlaktewater. Of dit een bedreiging vormt voor de bestaande natuur, is onduidelijk. Verder kunnen de bodems in de zomer droger worden wat de waterhuishouding van natuurgebieden kan veranderen. Tegelijkertijd kan een toename van meerdaagse natte perioden, neerslagextremen en zoutwaterindringing vanuit de kustzone leiden tot een verandering van ecosystemen en een verschuiving van soorten.
  • Toename natuurrecreatie
    De warmere zomers bieden meer mogelijkheden voor natuurrecreatie. Een intensiever gebruik heeft daarbij gevolgen voor de inrichting en natuurwaarde van gebieden. Er is een toenemende behoefte aan ‘gebruiksnatuur’.
  • Verandering in voedsel en voedingsstoffen
    Doordat het groeiseizoen eerder begint, langer duurt en soorten verschillend op veranderingen reageren, kan er een mismatch ontstaan in voedselketens. Hiernaast kan door hogere temperaturen de mineralisatiesnelheid toenemen wat leidt tot een toename in beschikbare voedingsstoffen.
  • Kansen ontwikkeling natte natuur
    Door de toename van natte kwel vanwege een verhoogde rivierafvoer in de winter zijn er lokaal kansen voor de ontwikkeling van natte natuur.
  • Natuur- en bosbranden
    Doordat droge perioden in de zomer vaker voorkomen, neemt de kans op natuur- en bermbranden toe.

Kwetsbaarheid

De kwetsbaarheid van de natuur voor klimaatverandering verschilt voor verschillende soorten planten en dieren. Het hangt bovendien af van de mate waarin de omgeving bescherming en de benodigde leefomstandigheden biedt. Grote delen van Brabant hebben nu al te maken met een lage GLG (gemiddeld laagste grondwaterstand) en door klimaatverandering met drogere zomers zal dit leiden tot het droogvallen van watergangen. Vennen in bijvoorbeeld de West-Brabantse Venen, de Baronie, de Meijerij, Kempen en Peelkern kunnen droogvallen. Door het herhaaldelijk droogvallen neemt bovendien de waterkwaliteit af. Ook de bossen en heiden zijn kwetsbaar voor het droogvallen van watergangen. De bossen en heiden in Brabant maken onderdeel uit van nationaal en grensoverschrijdende bolwerken die van belang zijn voor het behoud van kwetsbare bossoorten (b.v. in de Baronie en Kempen). In de winter wordt, daarentegen, meer neerslag verwacht waardoor het grondwater wordt aangevuld en de kwel toeneemt. Dit biedt kansen voor vochtige natuurtypen in de kwelzones in de West-Brabantse Venen. Tegelijkertijd kunnen de neerslag pieken zorgen voor overstroming van kwetsbare natuur in de beekdalen (b.v. in de Baronie en Meijerij).

 

Adaptatiemaatregelen

De natuur meehelpen aan te passen aan klimaatverandering kan via verschillende maatregelen en strategieën; variërend van vegetatie- en natuurbeheeraanpassingen, het verbeteren van ruimtelijke samenhang en het toepassen van hydrologische maatregelen. Deze strategieën sluiten niet altijd goed aan op het huidige natuurbeheer waarbij natuurontwikkeling vaak op basis van gebiedskenmerken en gewenste zeldzame soorten wordt bepaald. Deze benadering gaat uit van een statisch einddoel en stabiele omgevingsfactoren terwijl deze met klimaatverandering juist veranderen. In het algemeen is het vermogen van de natuur om zich aan te passen groter in gebieden met voldoende oppervlakte, wanneer er voldoende verbindingen zijn tussen natuurgebieden, en wanneer er sprake is van een goede milieukwaliteit in deze gebieden en de verbindingszones. Deze zaken kunnen worden gezien als ‘randvoorwaarden’ en komen ook terug in de volgende (categorieën van) maatregelen.

Beheer natuurgebieden

Lees verder

Verbinding natuurgebieden

Lees verder

Vergroten natuurgebieden

Lees verder

Ontwikkelen heterogeniteit

Lees verder

Waterbeheer binnen natuurgebieden

Lees verder

Klimaatbestendig heidebeheer voor de bescherming van fauna

Lees verder

Bronnen

Effecten

Kwetsbaarheid

Adaptatiemaatregelen

Sluiten