Om droogtestress te beheersen kunnen aanpassingen gedaan worden in het natuurbeheer, zoals het toepassen van flexibel en aangepast maaibeheer en het aanpassen van boomsoorten.
Aanpassen boomsoorten
Aanpassingen in boomsoorten langs lanen, op erven of in kleine landschapselementen dragen bij aan de beheersing van droogtestress. Door bomen en struiken tijdig aan te vullen of te vervangen (bij uitval) met bomen die beter bestand zijn tegen droge omstandigheden, kan aantasting van deze gebieden worden voorkomen. Bij de keuze van bomen kan eveneens rekening gehouden worden met mogelijke verschuivingen van soorten. Een kanttekening bij deze maatregelcategorie is dat specifiek beheer positief kan uitvallen voor de ene soort, terwijl een andere soort negatief kan worden beïnvloed.
Lees hier welke boomsoorten droogteproof zijn en klaar voor de toekomst.
Aanpassen maaibeheer
Door het maaibeheer jaarlijks aan te passen aan de start van het groeiseizoen kunnen ecologische processen afgestemd worden op de levenscyclus van plant- en diersoorten. Hiermee kan bijvoorbeeld rekening gehouden worden met het moment van voedselpieken (b.v. voor vogels), het moment van zaadzetting van plantensoorten, en vegetatieverdichting ten nadelen van broedende vogels. Bovendien kan frequenter gemaaid en afgevoerd worden om de grotere beschikbaarheid van nutriënten tegen te gaan.