Om verdroging van natuurgebieden tegen te gaan zijn diverse maatregelen mogelijk zowel buiten het natuurgebied als daarbinnen. Verdroging is vaak in eerste instantie het gevolg van aanpassingen buiten het natuurgebied, zoals door peilverlaging of winning van grondwater. Door klimaatverandering kan verdroging verergeren. Buiten het natuurgebied kunnen aanpassingen gedaan worden, zoals het verondiepen van ontwatering, het reduceren van grondwaterwinning en het vergroten van de grondwateraanvulling. Echter deze maatregelen zijn vaak ongewenst voor de landbouwsector door vernatting van akkers en weilanden, bovendien liggen deze maatregelen vaak buiten de invloed van de terreinbeheerder. Binnen de natuurgebieden kunnen echter ook maatregelen genomen worden; Ten eerste kan vegetatiebeheer zich actief richten op het tegengaan van verdamping, bijvoorbeeld door donker naaldhout te vervangen door loofbos of sparren. Hiernaast zijn korstmosrijke graslanden en kale grond waterzuinig, en een maatregel kan zijn om het areaal hiervan op bijvoorbeeld stuwallen te vergroten. Verder kan op heideterreinen en hoogvenen oppervlakkig waterafvoer voorkomen worden door de greppels af te dammen. Tot slot, kan het laten hermeanderen van beken de beekpeilen verhogen.
