Effecten
Klimaatverandering heeft effect op het watersysteem en de ruimtelijke omgeving. Wateropgaven hebben ruimte nodig en zijn direct verbonden met ruimtelijke ontwikkeling. Deze sector heeft betrekking op de activiteiten rondom het garanderen van voldoende en schoon water, waterveiligheid en het watersysteem in relatie tot ruimtegebruik, zoals wateroverlast in de stad en voldoende water voor natuur. Het bollenschema van de NAS geeft een overzicht van hoe klimaatverandering water en ruimte kan beïnvloeden. Dit schema laat bovendien de integraliteit van het klimaatadaptatievraagstuk zien; klimaateffecten beïnvloeden immers vaak meerdere sectoren. Het watersysteem in de provincie Noord-Brabant wordt gekenmerkt door de rivier de Maas, diverse kanalen, zoals de Zuidwillemsvaart, het Wilheminakanaal en het Markkanaal en een uitgebreid systeem van kleinere riviertjes, beken en vennen. Bovendien is er vaak kwel te vinden in het overgangsgebied van hoog naar laag Brabant. In het kort zijn mogelijke klimaateffecten voor natuurgebieden in Brabant:
- Toename recreatiewater en openbare ruimte
Een warmer klimaat met warmere zomers en meerdaagse warme perioden biedt meer mogelijkheden voor het gebruik van openbare ruimte, bijvoorbeeld recreatie in zwemwater. - Afname (zwem)waterkwaliteit
Doordat het oppervlaktewater door temperatuurstijging opwarmt, neemt de (zwem)waterkwaliteit af en hebben exoten een grotere kans om te overleven in de winter. Bovendien kan in tijden van droogte de waterkwaliteit afnemen. Dit verhoogt vervolgens de blootstelling aan water overdraagbare infectieziekten. In de natte perioden kan ook de waterkwaliteit afnemen door riool overstort. - Toename kans wateroverlast en overstroming
Met meerdaagse natte perioden, extremere piekneerslag en een hogere en grilligere rivierafvoer, zullen buitendijkse gebieden frequenter overstromen. Ook neemt de kans op wateroverlast en overstroming binnen de keringen toe met schade aan woningen, gebouwen en voertuigen als gevolg. - Verandering ecosystemen en soorten
De veranderingen in neerslagpatronen en rivierafvoer, met zowel meer natte als droge perioden, kunnen leiden tot een verandering van ecosystemen en soorten. - Zoetwatertekort
Doordat we meer te maken krijgen met droge zomerse perioden, komt de zoetwaterbeschikbaarheid en –kwaliteit verder onder druk te staan. Dit kan gevolgen hebben voor de zoetwatervoorziening voor drinkwater, natuur en landbouw. Zo kan er bijvoorbeeld een beregeningsverbod worden ingesteld voor de landbouw. - Toename beheerkosten
Omdat het groeiseizoen eerder begint en langer duurt nemen de kosten van het beheer van de openbare ruimte toe, denk aan het verwijderen van toegenomen onkruid.