Uniek in Nederland: de REKS van Hart van Brabant
Om de ambities van het Nederlandse Klimaatakkoord te kunnen realiseren, stellen de 30 energieregio’s in Nederland elk een eigen Regionale Energie Strategie (RES) op. Daarin staat beschreven welke keuzes een regio maakt om de CO2-uitstoot te verminderen. Regio Hart van Brabant heeft iets bijzonders gedaan: als enige regio integreert zij het thema klimaatadaptatie in haar energiestrategie. Hart van Brabant heeft daarmee geen RES maar een REKS: een Regionale Energie- en Klimaatstrategie. Roelof Kooistra, programmamanager voor de REKS, vertelt ons er meer over.
RES: regionaal samenwerken aan de energietransitie
Het doel van een RES is dat verschillende partijen binnen een regio samenwerken aan de energietransitie. Roelof: “Vanuit het Nederlandse Klimaatakkoord hebben we daarvoor afspraken gemaakt. We kunnen niet alles op Rijksniveau en provinciaal niveau organiseren, tegelijk houdt de energietransitie niet op bij de gemeentegrens. Door de energietransitie te organiseren vanuit 30 regio’s, hebben we nu een soort middenbestuur gecreëerd. Iets dat hiervoor nog niet bestond. Hierin werken verschillende gemeentes en andere partijen samen aan de energiestrategie, en daarbij kunnen ze ook de grote thema’s behandelen. Het grootste en meest gevoelige thema is duurzame opwek, met windmolens en zonnevelden. Daarnaast gaat het ook over energiebesparing, van het gas af, maar bijvoorbeeld ook mobiliteit en de herstructurering van de landbouw. De energietransitie beslaat een steeds breder veld. Verder is de RES niet vrijblijvend: de plannen moeten worden goedgekeurd door het Rijk.”
Met REKS koppelt Hart van Brabant adaptatie aan energie
Hoe kwam de regio Hart van Brabant erbij om klimaatadaptatie aan de RES te koppelen? Roelof: “Deze regio heeft van oudsher de gewoonte om veel samen te werken. En bij het thema klimaatadaptatie hebben we altijd gezegd: waarom voegen we die niet samen met klimaatmitigatie, het doel van de energietransitie? Het gaat toch over hetzelfde onderwerp? Waarom halen we die twee opgaven in Nederland zo uit elkaar? Het leek ons heel logisch om energie en klimaatadaptatie met elkaar te combineren. Bovendien heb je bij deze onderwerpen bijna altijd te maken met dezelfde stakeholders, zoals natuurterreinbeheerders en de ZLTO. Waarom zou je een risicodialoog klimaatadaptatie voeren naast een aparte dialoog over de energietransitie? Het werkt uiteindelijk ook gewoon efficiënter om ze samen aan te pakken.”
Geen makkelijke klus
Maar als het efficiënter werkt, waarom hebben andere regio’s dan geen REKS? Roelof zegt dat Hart van Brabant als voordeel heeft dat het een overzichtelijke regio is, met negen gemeenten. Andere regio’s zijn vaak een stuk groter, wat samenwerken lastiger maakt. Daarin heeft Hart van Brabant een voorsprong. Toch was het intern voor hen ook nog lastig in het begin, vertelt Roelof: “Energie en adaptatie zijn gescheiden afdelingen bij de overheid, waardoor ze nauwelijks samenwerken. We hebben ze daarom echt gedwongen in elkaar moeten schuiven, bestuurlijk én ambtelijk. Dat was nog wel een klus, maar het is ons gelukt.”
Deze aanpak is uniek in Nederland
Roelof: “Wat we doen is uniek in Nederland. We combineren energie niet alleen met klimaatadaptatie. We zijn ook een eigen uitvoeringsbedrijf bv aan het bouwen om zelf als regio duurzaam energie op te wekken. De gemeente Tilburg heeft daarin de lead en de provincie Brabant doet mee als volwaardige partner. Verder doen acht van de negen gemeenten mee aan dit uitvoeringsbedrijf. De gemeenten en provincie stoppen in totaal 17 miljoen in dit bedrijf en 4 miljoen daarvan gaat in een regionaal klimaatfonds voor klimaatadaptatie. Oorspronkelijk was het idee om het geld dat we met de opwek zouden verdienen, te gebruiken voor klimaatadaptatie. Maar dan zouden we pas over 5 of 6 jaar met klimaatadaptatie kunnen beginnen. Dat is te laat. Dus hebben we besloten om alvast 4 miljoen opzij te zetten. Door de Impulsregeling van het Rijk kunnen we die met 4 miljoen cofinancieren. Verder dragen de waterschappen en gemeenten ook nog wat bij en zo hebben we een redelijk potje gecreëerd voor serieuze regionale klimaatadaptatieprojecten.”
Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie met vijftig projecten
In de REKS staat een apart hoofdstuk over klimaatadaptatie. Daarin worden zes gebiedsopgaven geformuleerd en uitgewerkt. Adaptatiemaatregelen die daaruit voortkomen, worden waar mogelijk gekoppeld aan de energietransitie. Roelof: “We zijn nu vanuit de REKS bezig met een uitvoeringsagenda voor klimaatadaptatie. Daarin staan ongeveer vijftig projecten. Dat zijn allemaal regionale projecten, zoals projecten om water vast te houden, om de sponswerking van de bodem te verbeteren en om CO2 vast te leggen. Deze projecten bestaan allemaal uit maatregelen om de regio klimaatbestendiger te maken, en waar mogelijk koppelen we deze maatregelen aan de energietransitie. Een aantal van deze projecten moeten we nog concreter maken.”
Aparte trajecten gekoppeld in één organisatie
De uitvoeringsagenda klimaatadaptatie vanuit de REKS: is dat dan een regionale uitvoeringsagenda klimaatadaptatie en energietransitie? Roelof: “Nee, klimaatadaptatie en energietransitie zijn wel twee aparte trajecten. We hebben ze alleen in één organisatie ondergebracht en we koppelen ze aan elkaar in de uitvoering. Het voordeel daarvan is dat je de uitwerking van de plannen uit beide trajecten kunt integreren. Je hebt voor beide trajecten namelijk te maken met dezelfde stakeholders. Zij moeten over beide beslissingen nemen. Door de trajecten samen te nemen in één organisatie, kun je adaptatiemaatregelen bovendien makkelijker financieren. Voor de energietransitie heeft de regio acht energiehubs benoemd: in al die gebieden moeten ergens windmolens en zon komen. En dat willen we integraal aanpakken, dus in combinatie met andere opgaven. In de uitvoering koppelen we energie dus zoveel mogelijk met klimaatadaptatie, en ook met andere opgaven zoals natuurontwikkeling en herstructurering van de landbouw.”
Voorbeelden van koppelingen adaptatie en energie
Roelof noemt een paar voorbeelden van projecten waarin energie wordt gekoppeld aan klimaatadaptatie: “We gebruiken een gebied met zonnevelden tegelijk als waterberging. Ook aquathermie, warm oppervlaktewater gebruiken als energiebron, is een mooi voorbeeld waarin je beide kunt koppelen. Door het toe te passen in een stadsgracht verlaag je niet alleen het energieverbruik, maar verminder je ook hittestress in de stad.”
Durf het gewoon te doen
Wat kunnen andere regio’s leren van Hart van Brabant? Zijn er tips? Roelof: “Je moet vooral met elkaar durven zeggen: dit gaan we doen. En dan gewoon stappen zetten, zonder dat je weet hoe. Dat ga je samen uitvinden. Wij hebben dit zelf ook voor elkaar gekregen door te pionieren. Ik kan er geen blauwdruk voor geven. Wij hebben klimaatadaptatie meteen vanaf het begin in de planvorming meegenomen. Veel RESsen hebben die planvorming al, dus die moeten een andere aanpak gebruiken. Ook moet je als regio zelf bedenken hoe je het financiert.”
We moeten veel meer kijken naar het hele plaatje
Roelof ziet de REKS als een eerste stap om grote opgaven aan elkaar te koppelen. Maar we kunnen daarin nog zoveel verbeteren: “In Nederland koppelen we nog veel te weinig. Kijk naar de circulaire economie of naar de opgave om de luchtkwaliteit te verbeteren. Die worden steeds als losse opgaven benaderd. Ik had ze graag in de REKS willen integreren, maar dat werd te complex. We moeten veel meer naar het hele plaatje leren kijken. Een elektrische auto of zonnepaneel helpt hier om de CO2-uitstoot te verminderen. Maar hoe zit het met de grondstoffen, de productie en het afval? Daar houden we nog te weinig rekening mee. Ik moet ook denken aan de eerste gasloze wijken zo’n 15 jaar geleden. Heel mooi dat ze van het gas af waren. Maar twee jaar later hadden ze wel een groot probleem: de lucht was niet meer te harden. Hoe kwam dat? Bijna iedereen had een houtkachel aangeschaft. In die tijd waren er namelijk weinig andere alternatieven om je huis te verwarmen. Zorg er bij oplossingen dus voor dat je het hele plaatje ziet. Daar moeten we de komende tijd veel meer tijd en aandacht aan besteden. Dat is mijn persoonlijk missie.”
Roelof Kooistra
Roelof Kooistra is programmamanager voor de REKS van Hart van Brabant. Hij werkt voor Rebel Group, een consultancybureau in Rotterdam. Oorspronkelijk komt Rebel uit de financieel-economische dienstverlening, maar ze hebben hun diensten verbreed en richten zich veel op transities. Het gaat daarbij om veel verschillende transities: circulaire economie, klimaatadaptatie, energietransitie, schone lucht. Rebel heeft bijvoorbeeld het Schone Lucht Akkoord gemaakt voor IenW. Roelof houdt zich vooral bezig met transitie-management: het managen van transities richting de duurzame economie. En dan vooral de proceskant: partijen bij elkaar brengen en de stap maken naar uitvoering.