De ontwerpende aanpak kan een lokale plek opleveren met inspirerende en esthetische waarde waarmee klimaatadaptatie in de kijker wordt gespeeld. Bovendien: mooie voorbeelden doen volgen. Een risico van deze aanpak is dat de acties een ad hoc karakter hebben en dat niet de juiste dingen op de juiste plek gebeuren. Dit wil zeggen, dat bekende adaptatie maatregelen, zoals een groen dak, soms worden geïmplementeerd op plekken waar dit niet nodig is, terwijl andere plekken juist baat hebben bij deze maatregel. Een voorbeeld hiervan is het plaatsen van groene daken en bomen zonder grondig na te gaan hoe het regenwater wordt afgevoerd. Bij een afzonderlijk ontwikkelproject blijkt het vaak lastig om hier op een hoger schaalniveau afwegingen over te maken: dit ligt meestal buiten de mogelijkheden en/of verantwoordelijkheden van (de ontwerpers binnen) het project.
Bovendien gebeurt het regelmatig dat klimaatadaptatiemaatregelen achterwege worden gelaten vanuit esthetische of financiële overwegingen. Het komt voor dat gedurende het project het economisch belang (of: verkoopbaarheid) zwaarder gaat wegen dan de winst op de lange termijn dankzij klimaatadaptatiemaatregelen.
Een ander risico is dat door beperkte kennis, maatregelen verloren gaan in het proces van ontwerp tot uitvoering. Juist ook de kleinere, minder zichtbare aanpassingen zijn hierom lastig om te borgen. Een stoep hoger aanleggen dan de groenstrook ernaast zodat het regenwater kan afstromen en infiltreren, kan worden afgedaan als ‘onpraktisch voor beheer’. Tot slot, klimaatadaptatiemaatregelen kunnen het beste worden geborgd als er een politieke en bestuurlijke wil is om hier een succes van te maken. Zonder die wind onder de vleugels hangt het meenemen van maatregelen af van de persoonlijke affiniteit van ontwerpers, uitvoerders en beheerders met (en kennis van) het thema.