Sectorgerichte aanpak

Wat houdt deze aanpak in?

In de sectorgerichte aanpak staan functies en maatschappelijke belangen centraal. Er wordt beleid ontwikkeld voor de functies afzonderlijk, bijvoorbeeld voor recreatie of landbouw. Dit is vaak gericht op (gedrags) verandering binnen een sector. Vervolgens wordt geprobeerd deze belangen te verbinden met andere belangen en worden ze op gebiedsniveau tot uitvoering gebracht. Deze aanpak vindt haar toepassing vooral op het gemeentelijk en regionaal schaalniveau; van dorp tot stad of regio.

Hoe wordt de sectorgerichte aanpak meer klimaatsturend?

De sectorgerichte aanpak is heel gangbaar in ruimtelijke planprocessen in Nederland. Klimaatadaptatie heeft echter in veel sectoren nog een kleine rol. Om klimaatadaptatie in de sectoren te integreren kan de klimaatbestendigheid van de beleidsthema’s in sectoren worden beschouwd. Plannen of beleidstukken krijgen dan bijvoorbeeld ieder een hoofdstuk(je) klimaatadaptatie. De ervaring leert dat om beleidsthema’s meer klimaatgestuurd te maken, het van belang is om de algemene en ietwat vage term ‘klimaatadaptatie’ te specificeren en te koppelen aan het betreffende domein. (‘sectorgerichte benoeming’). Een stresstest op basis van het NAS (Nationale Adaptatie Strategie) bollenschema is een mogelijk vertrekpunt om de klimaatbestendigheid van sectoren te beschouwen.

Voor- en nadelen van klimaatadaptatie in de sectorgerichte aanpak

Het voordeel van deze aanpak is de grote herkenbaarheid van sectoren voor bestuurders, bewoners en beleidsmakers. De sectoren zijn bovendien vaak direct te relateren aan eigen inkomsten en werkgelegenheid. Door de relatie van klimaat met sectoren in beeld te brengen ontstaat meer betrokkenheid met het klimaatvraagstuk. Een ander voordeel is dat ook niet-ruimtelijke maatregelen en acties in beeld komen zoals verzekeringen, hitteplannen, en rampenprocedures. Hoewel klimaatadaptatie integraal wordt aangepakt doordat in diverse sectoren klimaatadaptatie als ‘item’ wordt herkend, bestaat het risico dat de klimaatopgaven en maatregelen niet integraal worden beschouwd. Het bezien van afzonderlijke adaptatiemaatregelen kan leiden tot inefficiëntie of verschuiving van problemen.

Beperkte interacties tussen, bijvoorbeeld, het fysieke en sociale beleidsdomein, maken dat het integraal bezien van klimaatadaptatie niet vanzelfsprekend is. De ervaring leert dat het voor de hand liggende ‘ga eens op bezoek bij een collega’ een effectieve manier is om stappen te zetten. Een ander risico is de veelheid aan sectoren en de daaruit volgende plannen en visies. Dit maakt het lastig om klimaatadaptatie echt te integreren. Plannen en visies krijgen te maken met een veelheid aan eisen: energie, adaptatie, gezondheid, biodiversiteit enzovoorts. Vaak is er geen overzicht om de afweging te maken tussen concurrerende belangen. Of klimaatadaptatie dan een plek in de sector krijgt, hangt vaak af van de persoon.

Sluiten